De DualSense Edge gaat een stapje verder
Zoals veel pro-controllers is de DualSense Edge namelijk modulair. Gebruikers kunnen een groot aantal onderdelen verwisselen en afstellen. De extra textuur op bijvoorbeeld de triggers zou daarbij voor meer comfort moeten zorgen.
Op het eerste gezicht lijkt de Edge op een reguliere DualSense. De omvang is exact hetzelfde en hij is niet merkbaar zwaarder – ondanks een aantal toegevoegde onderdelen. De variant die op release uitkomt is daarnaast wit met zwarte actieknoppen en vierpuntsdruktoetsen. Naast de triggers is het touchpad voorzien van extra textuur in de vorm van PlayStations iconische symbolen.
Het zijn subtiele verschillen, met uitzondering van het plastic rondom de analoge sticks. Dat is glimmend zwart, in plaats van het matzwart op de reguliere controllers. Daarmee gaat een deel van de ‘premium’ uitstraling wellicht verloren, al is dat ook een kwestie van smaak.
Verwisselbare sticks
Bovendien fungeert dat stuk plastic als een klepje om de analogestickmodules volledig te vervangen, wellicht de meest onderscheidende functie van de Edge. Door aan de achterzijde een schakelaar over te halen, kunnen gebruikers het klepje verwijderen en door middel van twee hendels de sticks verwisselen.
Het idee is daarbij dat je ieder moment een stick kunt vervangen – er is ruimte voor één exemplaar in de bijgeleverde beschermhoes – in het geval van bijvoorbeeld stickdrift of slijtage. Een woordvoerder van PlayStation kon daarbij niet vermelden of de bijgeleverde stickmodules afwijken van die in de DualSense, dus vermoedelijk gaat het om dezelfde versie.
Het overhalen en vasthouden van de schakelaar vergt wat oefening, maar over het algemeen is het verwisselen van de onderdelen vrij eenvoudig. Dat geldt ook voor het vervangen van de back buttons en analoge sticks zelf. De sticks kunnen spelers simpelweg verwisselen met een lage variant en een hoge versie voor meer precisie.
De back buttons komen daarbij in twee vormen: langwerpige hendels en kleinere exemplaren die Sony zelf omschrijft als ‘go-knoppen’, vernoemd naar het Japanse bordspel. Die tweede zijn merkbaar minder aanwezig dan de hendels, en vrij comfortabel voor spelers met relatief lange vingers. Beiden zijn wederom eenvoudig te verwisselen met behulp van magnetisme dat ze in de aansluiting begeleidt.
Sleutelen
Daarnaast valt er nog een hoop af te stellen aan de DualSense Edge. Zo bevatten de analoge triggers een schakelaar met drie standen om de gevoeligheid in te stellen. De hoogste stand voelt vergelijkbaar met de triggers op de reguliere controller en geeft toegang tot adaptieve trigger-functies in games. De kortste stand vergt slechts een korte beweging om helemaal ingedrukt te worden.
Dat kunnen gebruikers combineren met de software van de DualSense Edge, die zit ingebakken in het besturingssysteem van de PlayStation 5. Zo is het mogelijk om een kort, gemiddeld en lang ‘trigger-effect’ in te stellen, bijvoorbeeld om sneller te kunnen schieten of juist met meer precisie een gaspedaal in te trappen.
Voor de analoge sticks is er een vergelijkbare optie: het instellen van de ‘deadzones’ (vanaf wanneer beweging wordt verwerkt) en de wijze waarop input wordt geregistreerd. ‘Quick’ is bijvoorbeeld de gevoeligste optie om extra snel te beginnen met bewegen, terwijl er ook subtiele mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld op een constantere snelheid door avonturengames te wandelen.
Hoewel de software niet buitengewoon uitgebreid is, valt op dat de verschillende opties duidelijk worden uitgelegd. Elke mogelijkheid gaat gepaard met een omschrijving en voorbeelden. Dynamische grafieken geven aan wat de invloed van een optie is op de geregistreerde input. Daarmee lijkt de DualSense Edge iets meer gericht te zijn op de massa dan vergelijkbare pro-controllers.
Compleet pakket
Tot slot kunnen spelers elke configuratie opslaan en een naam geven. Dankzij de nieuwe functietoetsen, die zich onder elke stick bevinden, is het mogelijk om snel tussen vier profielen te wisselen, voor bijvoorbeeld racegames, fighters, adventuregames en shooters. Tot maximaal vier profielen worden opgeslagen op de controller zelf, en maximaal dertig op een PlayStation 5.
Daarmee moet de DualSense Edge een compleet pakket worden. Dat komt wel met een prijs: de adviesprijs van de controller is 239,99 euro, een stuk hoger dan vergelijkbare controllers van andere fabrikanten. In hoeverre de verwisselbare stickmodules, overzichtelijke software en eerder aanwezige DualSense-functies dat verantwoorden, is even afwachten tot de Edge verschijnt. In het geval van professionele controllers is in ieder geval een ding zeker: er is altijd een markt voor, en die neemt Sony duidelijk serieus.
De DualSense Edge verschijnt op 26 januari voor PlayStation 5.
Opmerkingen